“We zijn er om een stukje stad te maken voor iedereen. Ook voor dieren en planten.

“We zijn er om een stukje stad te maken voor iedereen. Ook voor dieren en planten.

De symbiose tussen mens en natuur komt steeds meer terug in onze plannen.” Stedenbouwkundige Mattijs Pagie werkt bij Gebiedsontwikkeling en houdt zich vooral bezig met transformatieprojecten. Of zoals hij zegt: “Een stukje bestaande stad nieuw leven inblazen.”

Nu is hij bijvoorbeeld met de Meergronden bezig. “We analyseren wat er sterk en zwak is aan een gebied en inventariseren de wensen en eisen van alle stakeholders. Er is steeds minder ruimte, zeker in de bestaande stad, waarin ook steeds meer projecten en thema’s als klimaatadaptatie moeten landen. En er zijn meer en vaak tegengestelde belangen in de bestaande stad omdat er al mensen werken en wonen. Dat maakt een transformatieproject écht anders dan werken in nieuwe gebieden. Met een goede inventarisatie en analyse maken we een afgewogen programma van eisen, daarna een stedenbouwkundig plan en vervolgens een inrichtingsplan van de openbare ruimte. Daarin nemen we de historie, het programma, de financiën en het functioneel gebruik mee.”

Het is zijn taak om daar een integraal, kloppend verhaal van te maken: “Stedenbouw is geen verzameling losse ingrediënten. We maken een gerecht. Een gerecht dat aantrekkelijk en lekker is, een logische en duurzame oorsprong heeft en je uitnodigt om al je zintuigen te benutten.”

Stationskwartier

Hij is best trots op de projecten waaraan hij werkt. “Ik woon hier, dus ik vind het gaaf om een bijdrage te leveren aan mijn stad. Ik heb aan het begin gestaan van het Stationskwartier en de herontwikkeling van het NS-station in Almere Centrum. Er was nog geen project toen we in 2015-2016 begonnen. De gemeente wilde het gebied opknappen, maar de NS en ProRail vroegen zich af waarom het zoveel geld moest kosten. De visie die we hebben gemaakt, heeft deze partijen overtuigd geld in het gebied te stoppen.

Het station ligt op een dijklichaam, wat nogal een barrière is in de stad. Ten zuiden daarvan is het winkelgebieden ten noorden een aantal kantoren en typische Almeerse woonwijken. Daar was nog veel ruimte om te ontwikkelen, terwijl niet iedereen dat zag. Daar zagen we kansen: maak het station het vliegwiel van een veel grotere gebiedsontwikkeling.”

Aan de Wisselweg komen 900 studentenwoningen en de Randstad krijgt ook meer dan duizend extra woningen. “Het wordt gewoon heel stoer stedelijk: ‘The next step’ voor Almere. Niet meer dat huisje met een tuintje, maar gave appartementen waar iedereen wil wonen met op de begane grond – de plint – andere functies, zoals een restaurant. Dit was een van de eerste grote transformatieprojecten in Almere. Dat waren we niet gewend: normaal bouwen we op maagdelijke terreinen.” Het station en de pleinen eromheen zijn nu bijna klaar.

Verdichten

“De vraag naar woningen zal altijd blijven, maar de vraag naar het soort woning en wat we willen van de woning verandert. Mensen eisen nu bijvoorbeeld een goede thuiswerkplek of een levendige omgeving. De ruimte wordt schaarser, terwijl het aantal (beleids)doelstellingen die daar moeten landen groter wordt.” Hij ziet enorme kansen, zeker in de bestaande stad. “Er is nog veel overmaat in ruimte en Almere heeft weinig dichtheid. Dichtheid zorgt bijvoorbeeld voor minder mobiliteit. Dat vermindert niet alleen de CO2-uitstoot, maar geeft mensen ook meer tijd voor de belangrijke dingen des levens. En het zorgt voor meer leven op straat.

Omdat Almere erg ruim is opgezet, brengt dat behoorlijke beheerlasten met zich mee. Verdichting is ook goed voor de gemeentekas: de gemeente krijgt meer belastinginkomsten per vierkante meter, terwijl de beheerlasten lager zijn. Zo hoeven de vuilniswagens minder ver te rijden en heb je minder openbare ruimte te beheren. Bovendien breng je een nieuw stedelijk leefpalet in Almere, wat past in de centrumgebieden. Overigens hebben onze ‘founding fathers’ bewust ruimte in de stedenbouwkundige structuur gelaten om later in te vullen. Hierdoor ontstaat meer gelaagdheid in tijd.”

Motieven, wensen en eisen

De plattegrond van de stad verandert voortdurend. “Het speelveld is groot, de belangen des te groter. Binnen de gemeente, met projectontwikkelaars, met omwonenden. Het achterhalen van andermans motieven, wensen en eisen is het moeilijkst, maar het leukste onderdeel van het werk. Hoe zorg je voor een win-winsituatie? Je moet met mensen in gesprek en écht naar ze luisteren om dat te ondervinden. Dit is het fundament van elk goed verhaal. Dit maakt het verhaal krachtig en logisch en dus uitlegbaar.
Zo moesten er in het Stationskwartier zo’n 2.500 woningen komen, ook bij mensen in hun ‘achtertuin’. Geen woning met tuin, maar torens van zo’n 110 meter hoog. Dit is alleen verkoopbaar als het verhaal op orde is, waardoor je ze kunt uitleggen waarom bepaalde ingrepen nodig zijn. Omdat de sociale veiligheid erg laag scoorde, moesten we wel woningen en andere functies toevoegen. Daardoor ontstaat 18 uur levendigheid in het gebied, dus meer sociale controle en meer sociale veiligheid. Bewoners van het gebied én de politiek snapten het verhaal, waardoor de bewonersavonden erg soepel verliepen.”

Variëteit

“Beeldkwaliteit is vaak een ondergeschoven kindje. Geld en tijd zijn heel meetbaar, maar ruimtelijke kwaliteit is subjectief. Als je het neerzet en evalueert, dan kun je prima achterhalen of iets duurzaam aantrekkelijk en houdbaar is. Wij denken na over iets flexibels, wat kan meegroeien met de tijd. Iets dat de tand des tijds niet alleen kan doorstaan, maar er ook beter op wordt. Door goed materiaalgebruik en goed flexibel ruimtegebruik. Maak bijvoorbeeld de vrije verdiepingshoogte van de begane grond – de plint – hoger, zodat het meerdere functies kan krijgen door de tijd heen. Zorg ervoor dat de plattegrond makkelijk is aan te passen. Misschien met nog een verdieping erbovenop.
De mooiste gebieden zijn gevarieerde gebieden; in gebruik en uitstraling. In de aanleg zijn die vaak iets duurder, maar het levert de stad uiteindelijk meer op. Liever duurdere gebouwen en openbare ruimte die 70 jaar of langer meegaan dan goedkope panden die we na 30 jaar moeten afbreken. Dat is pas écht duurzaam! Met andere rekenmethodes kunnen we dit bereiken, is mijn hoop.”

Wrijving maakt glans

Hoe waarborg je kwaliteit? “Een gebied voor iedereen maak je samen. Ik heb liever aan de voorkant wrijving en aan de achterkant glans, dan dat we het snel doen en achteraf moeten repareren. Scherp op de inhoud, zacht op de relatie. Zodat je aan het eind van een project tegen elkaar kunt zeggen: we hebben Almere een stukje mooier achtergelaten.
We blijven sleutelen aan de bestaande stad, omdat de wereld en onze verlangens voortdurend veranderen. De stad verandert organisch mee. Naast Almere Centrum werken we ook aan de centrumgebieden van Haven en Buiten. Steeds meer kantoren worden getransformeerd naar woningen. En we zijn bezig met knooppunten zoals de treinstations en busstation ’t Oor; die punten vallen vaak samen met onze centra.”

Almere in 2050

Hoe ervaren mensen Almere in 2050? “Almere voelt dan meer aan als één stad, met een gevarieerd palet aan smaakjes. Interessanter, gevarieerder en levendiger voor jong en oud, voor mens én natuur. De stad is nu nog fragmentarisch. Deels komt dit door de oorspronkelijke opzet met stadsdelen, en omdat gebieden in één keer zijn ontwikkeld in de tijdsgeest van toen. Dit levert een weinig gevarieerd beeld op in openbare ruimte en architectuur. Door te sleutelen aan de bestaande stad wordt het gebruik en de uitstraling steeds gevarieerder. De ruimtelijke barrières zijn dan geslecht en de stadscentra zijn rijker en meer gelaagd. Gemengd in wonen, werken en recreëren. Gelaagd in mensen, dieren en planten en in tijd, voortbouwend op het historisch besef. En in volumeopbouw en bouwhoogtes. Rijker in uitstraling en (landschaps)architectuur. Almere is nu nog erg mono en zit dan minstens op 5.1. Een plezierige stad van en voor iedereen, een stad waar mijn zoon en dochter willen blijven studeren, wonen, werken, leven en bovenal plezier kunnen maken.”